Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de priester zal dat aansteken op het altaar; het is een [16]spijs [17]des vuuroffers den HEERE. 16. Hebreeuws, brood. 17. Versta, het vlees der offeranden, wat door het vuur, God ter eer, verteerd moest worden, gelijk het brood of de spijs door de mond des mensen: of wat van de offeranden den priesters toekwam, om door hen gegeten te worden. Zie de plaatsen recht te voren aangetekend.